Duitslands inzending voor de Oscars in 2013, het drama ‘Barbara’ (2012, Petzold), lijkt voorgoed korte metten te hebben gemaakt met het romantiseren van het leven onder het communisme in de Duitse Democratische Republiek (DDR). Christian Petzold portretteert het Oost-Duitsland van de jaren tachtig als een zeer beklemmende wereld waarin wantrouwen de boventoon voerde. Op een wellicht meer meeslepende wijze deed ‘Das Leben Der Anderen’ (2006, Donnersmarck) hetzelfde en was daarmee de eerste film die brak met een reeks van Duitse komedies die veelal worden omschreven als ‘Ostalgie movement’ films. De term ‘Ostalgie’, een combinatie van de Duitse woorden voor ‘Nostalgie’ en ‘Oost’, geeft hier duiding aan een wijdverspreide fascinatie voor, en een idealisatie van, de DDR. In deze films, waarvan ‘Sonnenallee’ (1999, Haussmann), ‘Goodbye Lenin!’ (2004, Becker) en ‘Kleinruppin Forever’ (2004, Fiebeler) de bekendste titels zijn, wordt nostalgisch verwezen naar aspecten van de Duitse communistische samenleving. In dit artikel worden de films ‘Sonnenallee’ en ‘Goodbye Lenin!’ film theoretisch benaderd en afgezet tegen ‘Das Leben der Anderen’ vanuit het perspectief van Cultural Studies. Het doel van deze paper is niet zozeer om boven tafel te krijgen of deze Ostalgie films een realistische DDR representeren, maar vooral om te analyseren hoe het concept nostalgie wordt gebruikt om sociale problemen van het heden op een maatschappijkritische manier aan de kaak te stellen.
Hoe wordt het concept ‘nostalgie’ ingezet in films? De postmoderne denker en cultuur filosoof Jameson zegt in relatie tot de zogenaamde ‘nostalgia films’ dat nostalgie in films slechts kan resulteren in een verdraaid gevoel van een nooit bestaande nationale identiteit gebaseerd op stereotypen. (1991, p. 296) Dit neemt echter niet weg dat, zoals Anthony Enns stelt in Screen, dat nostalgische representaties ook veel kunnen zeggen over de sociale problemen in de maatschappij van vandaag (2007, p. 478. . In lijn met de focus van Cultural Studies is het daarom interessant bloot te leggen hoe en waarom dergelijke representaties zijn opgebouwd. Zoals Stuart Hall het omschrijft, moeten we het verborgen proces achter de als vanzelfsprekend aandoende representaties openbreken en betekenis geven aan dit proces. Daar de kijker zich zal identificeren in de fantasie, is het interessant te onderzoeken waarom er juist voor bepaalde stereotypes is gekozen en op welke manier verschillende kijkers deze zullen interpreteren en er ook verschillende betekenis aan kunnen geven afhankelijk van hun eigen achtergrond. De receptie van actieve kijkers is dus in tegenstelling tot Screen Theory van groot belang. (1997, Hall)
Het is belangrijk om meteen te stellen dat deze films representaties zijn van een DDR dat er nooit is geweest. ‘Das Leben der Anderen’ waarschuwt voor de gevaren van het totalitarisme, maar doet vooral recht aan Baudrillard’s concept van ‘Hyperrealisme’ daar de film een DDR laat zien dat, zoals regisseur Henckel von Donnersmarck, ook zelf aangeeft, meer een reconstructie is van hoe de DDR in de gedachten van de mensen leeft dan hoe de DDR de werkelijkheid was. Met een visuele stijl die naadloos aansluit op het door de Westerse media geconstrueerde DDR, is de film, zoals Baudrillard het zou zeggen, more real than real – it’s hyperreal. (1994) Maar dit geldt net zo goed voor ‘Sonnenallee’ en ‘Goodbye Lenin’. Ze schetsen op een ogenschijnlijk a-politieke wijze een geidealiseerde DDR waarbij de scherpe randjes worden getrivialiseerd door het communistische regime te portretteren op een komische, knullige en bijna liefkozende manier. De films spelen in op de nostalgische herinneringen van gedesillusioneerde voormalige Oost-Duitsers, maar tonen ook niet de werkelijkheid.
Hoewel de werkelijkheid dus niet wordt benaderd, weergeven deze nostalgische films wel een verlangen naar iets dat wordt gemist in het huidige Oost-Duitsland en wellicht, meer algemeen, in het Westen. In beide films komt dan ook weinig subtiel naar voren hoe het land wordt overspoeld door de oppervlakkige en homogeniserende kracht van kapitalistische globalisatie. Dit heeft tot gevold dat de Oost-Duitse nationale identiteit plots verdwijnt, in Goodbye Lenin! gesymboliseerd door het verdwijnen van de eigen producten uit de schappen en de eigen klederdracht, en dat duidelijk verwijst naar de voormalige Oost-Duitsers die nu last hebben van ‘social and psychic dislocation’. (Elsaesser, p. 14)
Vandaar dat ik denk dat het vooral de gevolgen zijn van globalisatie en kapitalisme die maatschappijkritisch in beide films worden gerepresenteerd. Gelijk aan Negra’s tekst over Tourist Romance waarin Europa een nostalgische representatie is van een fantasie waarin alle Amerikaanse problemen niet spelen, creëert de nostalgie in Ostalgie films een DDR waarin hun problemen geen rol hebben. (2001) Wat Negra omschrijft als het Amerikaanse gevoel van ‘placelessness’ en gebrek aan ‘community membership’ die in het geïdealiseerde Europa worden bevredigd, zijn ook duidelijk thema’s in de Ostalgie films. Maar waar het in de tourist romance films een Amerikaanse buitenstaander betreft, is het in ‘Goodbye Lenin!’ En ‘Sonnenallee’ de oudere hoofdpersoon (en verteller) die terugkijkt op zijn leven in het oude DDR. En waar Negra wijst op de Europeanen die toevalligerwijs meer verankerd zijn in hun omgeving en in hun gemeenschap, is het in de Ostalgie films mede door de strenge maar duidelijke regels van het socialisme dat mensen ‘grounded’ zijn. In ‘Sonnenallee’ staat de locatie centraal (een straat) en is er een sterk gevoel van gemeenschap (iedereen kent elkaar en helpt elkaar). Daarnaast is de straat precies naast de grenscontrole geplaats en wordt de leefwereld dus letterlijk en symbolisch begrensd. In Goodbye Lenin! Is de muur al gevallen maar reconstrueert de hoofdpersoon, die er vaak naar verwijst hoe de wereld groter en sneller is geworden, een mini-versie van de DDR (om de val van het communisme voor zijn sterk socialistische moeder te verbergen). Gaandeweg wordt de hoofdpersoon, die ten tijde van de DDR een tegenstander van het regime was, zich ervan bewust dat er bij de overgang naar het kapitalisme er goede aspecten van het kapitalisme verloren zijn gegaan. Ook de vrienden van zijn moeder, uit haar voormalige socialistische gemeenschap, vinden het heerlijk om zijn moeder te bezoeken in het levende DDR museum dat hij heeft gecreëerd en voelen zich prettig bij de door hem opgestelde regels die verdacht veel beginnen te lijken op de regels van het communisme.
Zo zijn er nog tal van maatschappijkritische representaties te vinden, maar ik vond deze het meest interessant. Ik bespeur namelijk dat in de postmoderne Westerse samenleving door onbegrensde mogelijkheden en verregaande individualisering er bij veel mensen een gevoel heerst van onbestemdheid. Dit geld wellicht dubbel voor de voormalig Oost-Duitsers, maar ik denk dat lijn breder te trekken is.Vandaar dat Ostalgie films als ‘Goodbye Lenin!’ en ‘Sonnenallee’ niet, zoals door sommige commentatoren wordt gedaan, weggezet moeten worden als slechts naïeve en nostalgische recreaties van de DDR, maar dat ze duidelijk in spelen op sociale problemen waar wij vandaag de dag mee kampen. Zelfs in ‘Das Leben der Anderen’ zegt de anti-communistiche schrijver na het vallen van de muur: ‘What is there to write about in this new Germany? Nothing to believe in, nothing to rebel against. Life was good in our little republic. Many realize that only now.’ Hoewel de nostalgie er al duidelijk is ingeslopen, kaart de schrijver wel een van de belangrijkste problemen van onze tijd aan – betekenis lijkt soms verdwenen.
Bibliografie
Baudrillard, J. (1994). Simulacra & Simulation. Ann Arbor; University of Michigan Press.
Enns, A. (2007) ‘The politics of Ostalgie: post-socialist nostalgia in recent German film’. Screen 48 (4).
Elsaesser, T., Wedel, M. (1999) The BFI Companion to German Cinema. London: BFI
Jameson, F. (1991) Postmodernism, or, the Cultural Logic of Late Capitalism. Durham: Duke University Press
Hall, S. (1997). Representation: Cultural Representations and Signifying Practices. London: SAGE Publications Ltd.
Negra, D. (2001) ‘Romance and / as Tourism. Heritage whiteness and the (inter)national imaginary in the new woman’s film’ pp. 82-97 in Tinkcom M. & Villarejo, A. (eds) Key Frames: Popular Cinema and Cultural Studies. London & New York: Routledge
Filmografie
Becker, W. (Regisseur) (2004) Goodbye Lenin! (Film) Duitsland: Sony Pictures Classics.
Haussmann, L. (Regisseur) (1999) Sonnenallee (Film) Duitsland.
Henckel von Donnersmarck, F. (Regisseur) (2006) Das Leben der Anderen (Film) Duitsland: Buena Vista International.
Petzold, C. (Regisseur/Scenarist) (2012) Barbara (Film) Duitsland: A-film Distribution.